Cees ruimt kopjes op
uit Mat in de Mediastad (deel 2: passie)
uit Mat in de Mediastad (deel 2: passie)
Ik kan tegen mijn verlies, ben tolerant, schappelijk, meegaand, menslievend, verdraagzaam, aardig, kortom: ik kan heel wat hebben. Maar wat ik dus heel erg verschrikkelijk vind: Ik heb in 40 minuten verloren van een man die rond loopt, met allerlei mensen gewichtige dingen staat te regelen, op de gang staat te roken, af en toe langs komt om nonchalant een zetje uit zijn mouw te schudden en bovenal voortdurend kopjes loopt op te ruimen.
Na mijn 5e zet:
Cees neemt intussen met Michael de Vos gewichtige bestuurszaken door en ruimt een paar kopjes op.
Na zijn 6e zet:
Cees opent intussen de envelop van de uit te spelen partij van Bob Sinnema en ruimt een paar kopjes op.
Na mijn 7e zet:
Ik voel me sterk en ga een pion offeren. Cees staat intussen op de gang met Piet Koomen een sigaretje te roken en ruimt vervolgens een paar kopjes op.
Na zijn 9e zet:
Cees staat te kletsen met Jan Hogenbirk en ruimt een paar kopjes op.
Na zijn 10e zet:
Ik realiseer me dat mijn opening definitief is mislukt. Cees deelt intussen een paar wedstrijdbriefjes rond en ruimt een paar kopjes op.
Na mijn 13e zet:
Cees praat intussen Bob Sinnema moed in en ruimt een paar kopjes op.
Na zijn 14e zet:
De verwoestende klap. Cees bespreekt intussen met Peter Bomli de kopij voor het clubblad en ruimt een paar kopjes op.
Na zijn 15e zet:
Ik wil opgeven maar Cees is kopjes aan het opruimen. Ik doe maar weer een zet om hem naar het bord te lokken.
Na zijn 16e zet:
Cees wil opstaan om met Wim Drieënhuizen te praten en kopjes op te ruimen, maar ik ben hem net te snel af. Ik geef op. Cees is klaar en gaat kopjes opruimen.
Bewerkt fragment uit: ´Slapeloze nachten, ik heb verloren van de kopjesopruimer´ door Johan Hut, in De Schakel, in 1995.
Nee Joop, nee!!!, kermde Pieter, maar het was al te laat. Terwijl Sosonko naar voren schoot om onmiddellijk van de blunder te profiteren, voordat Joop zo brutaal zou zijn zijn zet terug te nemen, zakte Pieter met enig gevoel voor show langzaam onder de tafel (….) en hield zijn blik gericht naar de grond, op zoek naar een plek waar hij doorheen kon zakken. Joop speelde nog drie zetten, zag toen dat hij inderdaad op moest geven, deed dit echter niet, maar stond op. Greep Pieter in zijn nekvel, zette hem pontificaal weer terug in zijn stoel, gaf twee broederlijke klopjes op zijn schouder, en sprak de historische woorden: `Pieter, dit is jouw partij!´
Fragment uit verslag van Johan Hut in De Schakel van consultatiepartij Van Oosterom-Tolk tegen Genna Sosonko in 1987, ter gelegenheid van het eeuwfeest van HSG.
“We hadden die avond een tientallenwedstrijd gespeeld in Utrecht en te lang nagepraat over een afgebroken partij. Toen we hijgend van het hollen op het station kwamen bleek de laatste trein naar Hilversum juist te zijn vertrokken.
Daar stonden we, met vijf man, en overlegden wat nu te doen. Een van ons hield zich buiten het overleg. Wat wezenloos staarde hij in de verte, kennelijk nog met de gedachten bij de partij van die avond. Al hollend naar het station had een teamgenoot hem toegevoegd: Je had met de Dame schaak op f5 moeten geven. En daarover stond hij afzijdig na te peinzen. De beraadslagingen liepen ten einde. Er was een voorstel om de laatste trein naar Baarn te nemen en daar verder te zien. Het kreeg bijval van de andere gesprekspartners. Maar nu mengde zich opeens de zwijgzame in de discussie. Dat kan niet, sprak hij plechtig. Dat gaat niet want er staat een Paard op die lijn”.
Karel Maartense in De Schakel, 1963.
Na de vergadering beleefde ik een aardig voorval, hoewel aardig. Hans Wets had mijn naam horen vallen en wendde zich tot mij: ´Het HSG had vroeger twee sterke jeugdspelers, Adriaan en Werner Plomp, bent U hun vader?´ Nu lag ´vroeger´ zo’n dertig jaar terug, dus bleef ik met de vraag zitten: ´zie ik er zó oud uit of is bij hem de tijd stil blijven staan?´
Adri Plomp over gesprek met Hans Wets, destijds bestuurslid De Ivoren Toren, na de fusievergadering van beide clubs, in 1980.
´Hij is groot, hij praat hard, hij drinkt veel bier, hij schaakt agressief, hij wil Paul Mars verpletteren en hij heeft een heel leuk kinderboek geschreven.´
Openingszin interview Johan Hut met Huib Jochems, in het clubblad van 1993.
Een varietégezelschap onder leiding van John Koch met zang van Max van Praag hield, afgewisseld door het dubbelmannenkwartet Gijs Berentsen uit Weesp, de aanwezigen aangenaam bezig. Vooral de kikkercantate was een groot succes. In de pauze waren er allerlei attracties en bij één daarvan won ik een levende kip, waar mijn moeder erg blij mee was; kip was toen een delicatesse.
Adri Plomp over viering zestigjarig jubileum HSG, in 1947.
Wim van der Wijk