Supertopscorers
uit Mat in de Mediastad (deel 1: feiten)
uit Mat in de Mediastad (deel 1: feiten)
HSG 1 werd 30 jaar gesponsord en speelde 27 jaar daarvan in de Meesterklasse, eerder Hoofdklasse geheten. Na de sponsoring kwam daar nog één jaar bij. In die 28 jaar werden 274 wedstrijden gespeeld, namelijk 252 in de reguliere competitie en 22 in de play-offs. Hoe hecht het team was, blijkt wel uit de enorme aantal wedstrijden die zijn gespeeld door de spelers uit de top tien van de topscorerslijst.
Ook als HSG weer terugkeert in de hoogste klasse, zal de score van Friso Nijboer waarschijnlijk nooit meer worden overtroffen. In 1989 kwam hij van SMB (Nijmegen). Hij kende Hilversum omdat hij daar in 1982 en 1983 jeugdkampioen van Nederland was geworden. In de 22 jaar dat hij voor HSG speelde miste hij van de 220 wedstrijden er slechts elf. Na de beëindiging van de sponsoring (2011) stapte hij over naar En Passant in Bunschoten-Spakenburg. Nijboer was een gevaarlijke aanvalsspeler met één grote handicap: voor zijn laatste tien zetten had hij vaak nog maar een halve minuut over.
In 1979 werd Rudy Douven jeugdkampioen van Nederland. Hij werd de sensatie van het wereldjeugdkampioenschap, maar viel in de laatste ronden terug naar de gedeelde derde plaats. In 1984 behoorde hij tot het jonge team van Eindhoven dat veelvoudig kampioen Rotterdam aftroefde en de landstitel opeiste. In 1988 werd hij heel verrassend algemeen kampioen van Nederland. Daarop werd hij ingelijfd door HSG, waarvoor hij bleef spelen totdat hij in 2007 besloot dat hij wel lang genoeg had geschaakt. Hij was een amateur met een paar indrukwekkende prijzen op zijn naam. Douven was het tegenovergestelde van een theoreticus, hij schaakte op zijn gevoel.
Van 1991 tot en met 1998 was Henk Vedder clubkampioen, toen vond hij het wel genoeg geweest. Aanvankelijk speelde hij voor het tweede team, maar toen hij in 1993 jeugdkampioen van Nederland werd, kon Jan Stomphorst niet meer om hem heen. Vedder scoorde bijna altijd boven de vijftig procent, in 1998 werd hij met 8 uit 10 topscorer van de Meesterklasse. Na de beëindiging van de sponsoring wilde hij het zinkende schip niet meteen verlaten, maar een jaar later stapte hij over naar En Passant, de club van zijn jeugd. Vedder was een vrolijke aanvalsspeler met ook een opvallend goed eindspelinzicht.
Een half schaakleven had Paul Boersma er al opzitten voordat hij bij HSG kwam. Hij speelde van 1963 tot 1981 voor Philidor Leeuwarden. Na een jaar Utrecht kwam hij in 1982 bij HSG. Heel lang was hij de speler met de meeste partijen: een Fries als ‘mister HSG’. Hij verhuisde zelfs van Leeuwarden naar Hilversum, wat voor zijn werk als schaakjournalist (Algemeen Dagblad) ook wel handig was. In 2004 vroeg Boersma zich af hoe lang hij nog op topniveau wilde schaken. Toen Stomphorst hem vertelde dat hij niet meer zeker was van een basisplaats, dacht hij: tot nu dus.
De Friese tovenaar, werd Wieb Zagema wel genoemd. Voor zijn onnavolgbare manier van schwindelen bedacht Richard Vedder het woord bezwiebelen. Zagema speelde nooit normale openingen, kwam vaak slecht te staan, maar dat deerde hem niet. Achterstand in materiaal vond hij ook niet erg, hij speelde gewoon net zo lang door totdat hij gewonnen had. In 1988 kwam hij bij HSG, daarvoor speelde hij bij Philidor Leeuwarden en een jaar bij Groningen. In 2004 verloor hij zijn basisplaats, waarna hij nog een paar keer per jaar voor het eerste of tweede team bleef spelen.
Voor Eindhoven, VAS, Watergraafsmeer en Koningsclub Bergen speelde Leon Pliester voordat hij in 1986 bij HSG terechtkwam. Aanvankelijk om HSG uit de eerste klasse omhoog te trekken, wat na het tweede jaar lukte. Pliester was samen met Boersma secondant van Joop van Oosterom bij het correspondentieschaak. Door het verslaan van enkele veelgeprezen wonderkinderen kreeg hij de bijnaam ‘kindermoordenaar’. Altijd scoorde Pliester goed, maar na een slechte score in 2003 werd hij naar het tweede team gezet. Een jaar later stapte hij over naar BSG, waar hij behalve speler ook trainer van de sterkste jeugdspelers werd.
Een van de grootste talenten uit de geschiedenis van HSG was Daniel Stellwagen, die in 2000 overkwam van Soest. In slechts elf jaar tijd bereikte hij de zevende plaats in deze top tien. Stellwagen heeft vele leeftijdsrecords op zijn naam gehad. Op zijn twaalfde werd hij tweede op zowel het Europees als het wereldkampioenschap in die leeftijdsklasse. In 2002 werd hij jeugdkampioen van Nederland in de oudste categorie. Bij het grote NK werd hij van 2003 tot 2008 maar liefst vier keer tweede. De hem toegedichte wereldtop bereikte hij niet, Stellwagen wijdt zich thans vooral aan de scheikunde.
Van 1971 tot en met 1974 werd Paul van der Sterren als jeugdspeler kampioen van Limburg bij de grote mannen. Daarna verhuisde hij naar Amsterdam, ging spelen bij Watergraafsmeer en vervolgens nog heel even bij De Variant en Koningsclub Bergen. Kampioen van Nederland werd hij in 1985 en 1993. In laatstgenoemd jaar bereikte hij zelfs de WK-kandidatenmatches, waarin hij verloor van Gata Kamski. In 1988 kwam Van der Sterren bij HSG, in 2003 stopte hij met schaken. Veel te jong natuurlijk en in 2010 maakte hij een rentree bij Caïssa in Amsterdam. In 2011 publiceerde hij een heel erg dikke autobiografie.
Net als Stellwagen was Dennis de Vreugt iemand van leeftijdsrecords en jeugdtitels. Hij werd Europees jeugdkampioen tot achttien en tot twintig jaar. Bij HSG was hij er al vroeg bij, in 1996 op vijftienjarige leeftijd. Daaraan dankt hij zijn plaats in de top tien. Zo jong als hij was, werd hij in zijn laatste jaren bij HSG toch overschaduwd door nog jongeren. Toen hij in 2009 reservespeler werd, nam hij een aanbod aan om voor Meppel te gaan spelen. De Vreugt werd geen profschaker, maar volgde een hbo-opleiding aan de Johan Cruijff Academie voor topsporters.
Een Australische grootmeester, de helft van het jaar in Amsterdam wonend en vriend van Paul van der Sterren, zo kwam Ian Rogers in 1995 bij HSG binnen. Eerder had hij voor Watergraafsmeer gespeeld en heel even voor De Variant. Rogers is ook schaakjournalist, voor Australische media, en weet heel erg veel. In zijn eigen partijen speelde hij echter zelden gangbare openingen. Daniel Stellwagen zei ooit: “Voorbereiden op Rogers heeft geen zin.” Gert Ligterink in een reactie: “Nee, Rogers speelt alles van a3 tot h3.” In 2007 stopte Rogers om gezondheidsredenen met wedstrijdschaak. Als journalist bleef hij actief.
Johan Hut