Vier gouden jaren
uit Mat in de Mediastad (deel 1: feiten)
uit Mat in de Mediastad (deel 1: feiten)
Eerst was het Rotterdam, toen De Variant en daarna eenmalig Groningen dat HSG in de competitie de voet dwars zette. Helemaal met lege handen bleef HSG niet, het won zeven keer de KNSB-beker: 1999, 2000, 2001, 2003, 2008, 2009 en 2010. De Variant toonde nooit belangstelling voor de bekercompetitie. Als het al meedeed, was dat met een relatief zwak team. De beker kon voor HSG als een troostprijs worden gezien.
De samenstelling van het team veranderde. Paul van der Sterren en Jeroen Piket stopten met schaken en daarnaast besloot Jan Stomphorst om niet meer met buitenlanders te spelen. Uitzonderingen waren heel af en toe Ljubomir Ljubojevic (vriend van Van Oosterom) en vanaf 2007 Vladimir Chuchelov, die in België woonde en jonge Nederlanders (vooral HSG’ers) trainde. En natuurlijk buitenlanders die in Nederland woonden: Ian Rogers totdat hij in 2007 om gezondheidsredenen stopte, Yasser Seirawan en Predrag Nikolic. Idee van Stomphorst: HSG wilde graag kampioen worden, maar dan op een normale manier. Waar hij altijd tegenaan liep, tegenstanders die wereldtoppers lieten invliegen, wilde hij niet meer kopiëren.
Het team onderging ook een verjonging: Dennis de Vreugt (1996), Daniel Stellwagen (2000), Jan Smeets en Erwin l’Ami (beiden 2003) en Ruud Janssen (2005) kwamen erbij, evenals Robin van Kampen, die in 2008 in het eerste debuteerde en daarvoor al even in het tweede speelde. De verjonging was tevens een versterking. Paul Boersma en Leon Pliester werden in 2004 na vele jaren bedankt voor bewezen diensten (Boersma viel daarna nog een paar keer in) en Rudy Douven bedankte zelf in 2007.
Stomphorst hechtte er ook waarde aan dat zijn spelers deelnamen aan een intern Zwitsers toernooi van zeven ronden per seizoen, waar ook spelers van het tweede en derde team aan deelnamen. Die kregen zo de kans om meesters en grootmeesters te ontmoeten, zodat het eerste team niet los stond van de rest van de club. Jop Delemarre, in 2004 erbij gekomen, gaf training aan het tweede team.
HSG was al jaren een vriendenteam, maar werd uiteindelijk ook het sterkste team van Nederland. Na de eenmalige landstitel van Groningen in 2007 waren er geen clubs meer die wereldtoppers lieten invliegen. Aangezien HSG de helft van de Nederlandse top tien en ook de helft van de tweede tien in huis had, kon het langverwachte kampioenschap niet uitblijven. Dat kwam er in het seizoen 2007-08 met de volle achttien matchpunten en een gemiddelde uitslag van 7,5-2,5.
Een ronde voor het einde was HSG al kampioen, zodat Stomphorst voor niets voor de laatste ronde Magnus Carlsen, op dat moment de nummer vijf van de wereld, had uitgenodigd om mee te spelen tegen aftredend kampioen Groningen. Voor niets? Nee, Joop van Oosterom, die zich eigenlijk nauwelijks met het beleid bemoeide, had voorgesteld om voor één keer af te wijken van het nieuwe beleid om geen buitenlandse wereldtoppers op te stellen. Hij had Carlsen een paar keer bij het Amber Toernooi in Monaco laten meespelen, waar Carlsen bevriend was geraakt met Stellwagen, Smeets en l‘Ami.
Het was ook bedoeld als publiciteitsstunt, om de eerste landstitel luister bij te zetten. De Gooi- en Eemlander pakte met een voorbeschouwing en een verslag, beide met opvallende foto, dan ook flink uit. Carlsen won eenvoudig van Jan Werle. Het bleef zijn enige optreden voor HSG.
In de jaren die volgden was het niet meer de vraag of HSG kampioen zou worden, maar in welke ronde. Het was steeds een oneerlijke strijd van de Nederlandse top tegen de subtop. Het team kon op jacht naar records.
In 2009 behaalde HSG weer de volle achttien matchpunten, maar liefst zes punten meer dan de gedeelde nummers twee Groningen, HMC Den Bosch en Utrecht. In 2010 leed het een curieuze nederlaag tegen SMB (Nijmegen), dat uiteindelijk degradeerde. Met zestien matchpunten bleef HSG het verrassende Utrecht slechts één punt voor, maar tevens dertien bordpunten. In 2011 was de voorsprong het grootst. HSG haalde weer achttien punten, Voerendaal werd tweede met twaalf en Apeldoorn derde met tien. Voorsprong in bordpunten op de nummer twee: 20,5.
In 2011 stopte Joop van Oosterom met de sponsoring, na dertig jaar. Een paar spelers (profschakers) stapten begrijpelijkerwijs over naar andere clubs, met name En Passant in Bunschoten-Spakenburg. Anderen (Seirawan, Nikolic, Stellwagen, Van Kampen, Chuchelov, Delemarre) bleven, maar speelden lang niet alle wedstrijden mee. HSG degradeerde, met vier punten. Het dramatische gevolg van het verlies van de sponsor, meenden spotters buiten de club. Veel beter is het om te zeggen dat HSG dertig jaar lang heeft genoten van het spelen op het hoogste niveau.
Niet teleurgesteld, maar dankbaar, dat gold ook voor Jan Stomphorst. Na de degradatie zette hij er een punt achter, na 25 jaar teamleiderschap, tevreden over wat hij uiteindelijk had bereikt. Als ‘bestuurslid topschaak’ van de KNSB bleef hij zich voor de schaakwereld inzetten. Ook als teamleider werd hij weer actief, nu van lagere teams.
Johan Hut