Omroepstadtoernooi
uit Mat in de Mediastad (deel 1: feiten)
Hans Ree wint jubileumtoernooi van De Pion
Eenmaal was ook de NCRV betrokken bij een schaaktoernooi. In 1967 bestond de Hilversumse Christelijke Schaakvereniging De Pion 25 jaar, wat zij vierde met het Omroepstadtoernooi. Plaats van handeling was de kantine van de NCRV-studio. Een christelijke schaakvereniging bij een christelijke omroep, in 1967 was dat nog een logische keus.
Op drie dagen in september werden vierkampen gespeeld, die maar liefst 104 deelnemers trokken. Vanwege dit aantal en ‘de prachtige speelgelegenheid’ noemde het bondsblad het toernooi een groot succes.
De kroongroep was bijzonder. Deze werd gewonnen door niemand minder dan Hans Ree, een 23-jarige Amsterdamse student die dat jaar net voor het eerst kampioen van Nederland was geworden. Dat herhaalde hij nog drie keer en je mag Ree van 1967 tot aan de eerste nationale titel van Jan Timman in 1974 de sterkste schaker van Nederland noemen. Wel samen met Hein Donner, maar die werd in die periode geen kampioen dus mag je ‘Ree en Donner’ zeggen en niet andersom.
Tweede en derde werden Coen Zuidema en Hans Bouwmeester, ook twee absolute topspelers in de jaren zestig. Vierde en laatste werd Johan Barendregt, een professor in de psychologie die zijn toptijd als schaker al achter zich had.
De tweede groep mocht je ook een kroongroep noemen. Hiervoor werden de clubkampioenen uitgenodigd van drie Hilversumse schaakverenigingen: Karel Maartense (HSG), Mees van Engelen (De Pion) en Harry van den Dungen (De Ivoren Toren).
Clubkampioen van HSG was eigenlijk Graaf van den Bosch, maar die werd kennelijk iets te groot geacht voor deze bescheiden vierkamp. Vierde speler was Dick van der Lijn (BSG, Bussum) en die won alle drie zijn partijen. Hij stond in de regio bekend als een groot schaker en werd kampioen van de Stichts-Gooise Schaakbond in 1962, 1963, 1972 en 1978.
Van der Lijn ontving voor zijn zege in de vierkamp een zilveren medaille van dagblad De Gooi- en Eemlander. De prijzentafel was verder gevuld met boeken en luxe artikelen, ter beschikking gesteld door de Hilversumse middenstand. Geldprijzen waren in de jaren zestig nog niet gebruikelijk, al zullen de vier nationale toppers wel een paar tientjes hebben ontvangen.
Drie schaakverenigingen waren er dus in Hilversum. HSG, inmiddels 80 jaar oud, was de grote club, waarvan het eerste team al in de landelijke hoofdklasse had gespeeld. De Pion was zoals gezegd een christelijke schaakclub. Dat zal nergens aan te merken zijn geweest, maar uit christelijke organisaties kwam wel vaker ook een sportvereniging voort.
De Pion werd vooral bekend als een vereniging met een enorme jeugdafdeling, die met jeugdteams ook op landelijk niveau speelde. De sterkste jeugdspelers zochten het later hogerop bij HSG of BSG. Marcel Peek was de sterkste van hen, hij werd internationaal meester. Ook Jeroen van den Berg, toernooidirecteur van Tata Steel Chess, komt voort uit deze Hilversumse jeugdafdeling.
De Ivoren Toren was een algemene schaakclub en dan was er ook nog een kleine vierde: VOGA, oftewel Voor Ons Genoegen Alleen. Dit was een club voor gemeenteambtenaren waar ook genoemde Mees van Engelen enige tijd lid van was. Hij was namelijk stratenmaker bij de gemeente Hilversum.
De Ivoren Toren ging in de jaren tachtig op in HSG, dat op zijn briefpapier en in het clubblad officieel moest vermelden: ‘HSG, waarin opgenomen De Ivoren Toren’. Toen er nog maar één lid was die dat wist, werd die toevoeging op een jaarvergadering officieel geschrapt.
VOGA bleek als kleine ambtenarenclub niet meer levensvatbaar en fuseerde met De Pion tot De Pion/VOGA. Inmiddels bestaat ook die fusieclub niet meer en is in Hilversum alleen HSG nog over. Dat is geen ontwikkeling die specifiek voor Hilversum geldt. Meerdere schaakclubs in een stad of dorp is niet meer van deze tijd. Zeker niet in Hilversum, dat door echte Hilversummers nog altijd een dorp wordt genoemd.
Johan Hut